Tijd om te stoppen over het verschil tussen Barolo en Barbaresco?
Duizenden artikels zijn verschenen over de verschillen tussen de twee Piemontese wijngrootheden. Er zijn inderdaad kenmerken in terroir en wijnstijl die anders zijn. Maar het is tijd om te stoppen om te bepalen welke nu beter zou zijn. Ieder gebied heeft zijn eigen expressie van de wondermooie Nebbiolo en beiden hadden deze zomer veel last van de aanhoudende droogte. Laat ons even kijken naar wat er gebeurt in wat we voor het gemak Barobarbarolesco noemen.
MGA
Barolo en Barbaresco behoren tot de beroemdste wijngebieden van Italië. De lichtgekleurde wijnen zijn elegant en kunnen lang bewaren. Ze zijn vaak ook erg duur. Om die redenen worden ze wel eens met Bourgogne vergeleken. Rondrijdend in de streek leg je nog een ander verband met het beroemde Franse wijngebied en dat is namelijk het terroir van de verschillende cru’s. Daar waar men in Piemonte vroeger meestal wijn maakte met druiven van meerdere velden, wordt nu veel meer aandacht gevestigd op de kwaliteiten van een specifieke wijngaard.
Sinds 2010 mag er op het etiket een aanvullende geografische aanduiding vermeld worden verwijzend naar een specifiek sub-gebied binnen de appellatie. Dit zijn de MGA’s, de Menzione Geografiche Aggiuntive. Vergelijkbaar met de Franse cru’s maar dan zonder dat er een classificatie aan hangt. De indicatie is louter geografisch. Intussen zijn er wel al percelen met een betere reputatie – of is het naamsbekendheid? – dan anderen. Voor Barolo werden er 181 MGA’s aangeduid en voor Barbaresco zijn er dat 65. Liefhebbers kunnen trouwens elk detail voor elke cru opzoeken in de bijzonder fraaie boeken van Alessandro Masnaghetti.
Barolo
Het wijngebied Barolo kreeg zijn naam van het dorp dat naast de andere 10 dorpen deze DOCG beslaat. Naast Barolo zijn dat Castiglione Falletto, Cherasco, Diano d’Alba, Grinzane Cavour, La Morra, Monforte d’Alba, Novello, Roddi, Serralunga d’Alba en Verduno. We treffen hier verschillende bodemsoorten aan die zich gevormd hebben doorheen de geschiedenis. Meer dan 100 miljoen jaar geleden was er een grote zee waar nu de wijnstokken staan. Als gevolg van de verschuivingen van aardplaten trok de zee zich terug. En bergen bleven over. Alpen en Apennijnen kwamen eerst boven water en later de heuvels waar nu de wijnstokken op staan.
Door de verschillen in waterdiepte was de erosie op de zeebodem niet overal gelijk. In de diepste gedeelten was de erosie groter. De ondiepere bodems zijn fijner van structuur. Om het makkelijk te maken, kan je onthouden dat de Barolobodems van west naar oost steeds ouder zijn. Krachtige wijn met veel tannine wordt gemaakt op de oudste bodems van mergel en zand. Hierin vind je nog resten van zeeschelpen. Dit is de meest kalkrijke bodem en heet de Lequio-formatie. Bovenaan de hoogste heuveltoppen zitten we op Diano zandsteen. Met zijn zanderige structuur en fossielen levert dit wijnen op met veel ‘body’. De vaakst voorkomende structuur is de Sant’Agata mergel. Hij bevat meer leem en dat uit zich in zachte tannine en diepe smaak in de wijn. Daarnaast is er nog de Cassano-Spinola formatie met veel klei en kalk en het Plioceen mergel. Direct rond de rivieren vinden we de minder interessante alluviale bodems.
Barbaresco
Van op de toren van Barbaresco zie je goed de Tanarorivier. Veel water is er bij ons bezoek tijdens de hete zomer van 2022 niet te zien. En dat is tekenend voor de hele regio. Barbaresco vormt samen met de dorpen Neive, Treiso en San Rocco Seno d’Elvio dit andere beroemde herkomstgebied. De heuvels zijn er wat ronder en lager dan in Barolo. Iets minder steile hellingen dus en dat merk je goed bij een ochtendlijke fietstocht. Hier liggen redelijk wat wijngaarden dicht bij de Tanaro rivier. Het klimaat is er net wat warmer en dus zijn de druiven een kleine 2 weken vroeger rijp. De bodem is een compact grijs-witte mergel doorspekt van kalksteen.
Vanuit geologisch oogpunt is Barbaresco niet verschillend van zijn zuiderbuur. De Lequio formatie is hier te zien in Treiso, San Rocco Seno d’Elvio en het zuiden van Neive. Het overige deel van Neive en de wijnstokken van het dorp Barbaresco staan op de Sant’Agata mergelstructuur. Barbaresco wijnen zouden iets lichter van structuur zijn omdat er algemeen gesproken wat minder kalk en wat meer klein in de bodems zit. Dat is waarom Barbaresco volgens de DOCG regels een jaar vroeger verkocht mag worden. Bij het proeven van al die Nebbiolo wijnen blijkt echter hoe moeilijk het is om verschillen tussen beide gebieden te kunnen waarnemen. Barbaresco herbergt gewoon wat minder grote namen maar de wijnen zijn echt wel zeer vergelijkbaar.
Nebbiolo
Nebbiolo is een laatrijpende druif die dat ook met veel plezier doet in het klimaat van Piemonte. Oogsten doet men doorgaans ergens in oktober wanneer de zomerse hitte plaats heeft gemaakt voor koelte. Dat verklaart de zuren in de wijn. De trage rijping draagt bij aan de ontwikkeling van de complexe aroma’s. Een hoog zuurgehalte en weinig kleur is overigens eigen aan de druif. Net zoals het hoge gehalte aan tannine. Proeven van jonge wijnen is dan ook een uitdaging. Verschillende MGA’s proeven, en liefst van een zelfde wijnmaker, geeft een beeld van de terroirverschillen. Een leuke en boeiende opdracht dus.
De Nebbiolo druif houdt echter niet van extreme hitte. Als gevolg van de recente warme zomers zijn de wijnen ook in Piemonte steeds rijper van stijl. De strengheid waarmee Nebbiolo steevast gekarakteriseerd werd die gaat er wat uit. Vroeger was een zuid-oosten ligging erg belangrijk om voldoende zonuren te hebben. Die zienswijze verandert zienderogen met de klimaatverandering. Complexe aroma’s krijg je bij een trage rijping. Typisch zijn de geuren die doen denken aan rood fruit, dat neigt naar zwart fruit in warme jaren, aarde, leder, teer, rozen en viooltjes. Om de krachtige tannine wat af te zwakken worden soms rotofermenters gebruikt. En een rijping op hout voegt nog wat indrukken van vanille, chocolade of koffie mee.
Wijnboer
Mooie wijnen van Nebbiolo worden gemaakt van mooie druiven door goede wijnmakers. Ieder heeft zijn stijl en elkeen kiest of hij een blend maakt van al zijn percelen dan wel de oogst van een bepaalde MGA apart vinifieert. Barolo en Barbaresco mogen alleen gemaakt worden van 100% Nebbiolo. Een basis Barolo moet minimaal 3 jaar rijpen waarvan 2 in houten vaten. Riserva vereist 5 jaar rust met minimaal 3 op hout. Grote wijnen rijpen soms 10 jaar voor ze op de markt komen. Barbaresco dient 26 maanden te rijpen en de riserva 50 maanden. De vatlagering heeft mede als functie de uitbundige tannine wat af te zwakken.
En zo komt de wijnmaker op de voorgrond. Hij zorgt voor de druiven in de wijngaard en kiest het juiste plukmoment. Hij beslist welke wijngaarden hij samen of juist niet samen gaat vergisten. Binnen een bepaalde MGA wijngaard zijn er verschillen in expositie en hoogte. Ook daar moet hij rekening mee houden. En vervolgens bepaalt hij hoe lang de wijn rijpt op welke vaten. Dat is waar het echt om gaat. Overal in ‘Barobarbarolseco’ maakt men uitstekende wijn. Al proevend ontdek je de verschillen in terroirexpressie en kwaliteit. Die kwaliteit staat dit jaar met de zeer warme zomer wellicht onder druk. Meer noordelijke gelegen wijnboeren in de Alto Piemonte gaan misschien betere Nebbiolo’s maken voor minder geld. Omdat de druiven trager gerijpt zijn dankzij de hogere ligging dicht bij de Alpen. Wij vertrouwen op de deskundigheid van de Piemontese wijnboer en … op ons proefvermogen wat in dit geval een hemelse opdracht is.
De geproefde wijnen
1. Stefano Corino, Barolo Roncaglie, 2017 €49,97
Twee broers, Giovianno en Renato, splitsen het domein van hun vader in La Morra op. Renato verhuist en gaat in de leer bij Elio Altare. De MGA Roncaglie is Z- Z-W gericht en heeft een bodem van Sant’Agata mergel bestaande uit kalkhoudende mergel, zand en leem. Deze wijn is gerijpt in grote Sloveense foeders en is eerder donker van kleur voor een Nebbiolo. Levendig zijn de aroma’s van rood fruit, bloenen, kersen, specerijen en bramen en we merken zelfs een beetje teer. De zuren zijn typisch Italiaans en de tannine valt meteen met de deur in huis maar is van mooie kwaliteit. De wijn is vlezig en sappig en eindigt in een lange rood-fruitige afdronk.
2. Luigi Giordano, Barbaresco Montestefano, 2019, €24,00
Dit domein in Barbaresco is gesticht in de jaren 30 door Giovanni Giordano. Vandaag hebben de 2 dochters van zoon Luigi, Silvia en Laura, de leiding. Ook hier rijpt de wijn in grote Sloveense foeders. Montestefano is een van de eerste cru’s die al apart vermeld werd in 1961. Hij is Z-ZO geörienteerd. Bekend voor zijn strenge structuur in jonge jaren biedt wijn van deze MGA veel bewaarpotentieel. We zitten hier op Sant’Agata mergel met een hoog kalkgehalte. Hij is nog wat gesloten, deze heldere wijn. Na uitbundig walsen merken we geuren van kers en bosaardbei. Veel fraîcheur krijgen we van de zuren en de tannine is mooi. De stijl van deze wijn is lichtvoetig met elegant rood fruit tot in de lange afdronk.
3. Masimmo Rivetti, Barbaresco Froi, 2019, €31,00
In Neive ligt familiedomein Masimmo Rivetti waar er met zo weinig mogelijk interventie in de wijngaard wordt gewerkt. Wel hebben ze veel aandacht voor marketing want Froi is eigenlijk geen cru terwijl deze op de kaart in de buurt van Serraboela zo was aangeduid. En dat is wat zuur … net zoals de smaak die gelukkig ronde tannine en rood fruit met een tikje restsuiker als tegengewicht geeft. Het rode fruit naast aarde en een licht gerookte geur stijgt op uit het glas. Lekker wijn maar het commerciële laagje had er af gemogen.
4. Giacomo Fenocchio, Barolo Bussia, 2017,€54,97
In Monforte d’Alba werken al 5 generaties in de wijn. Grote Sloveense foeders zorgen voor de rijping maar deze wijn had ook een langdurig contact met de schillen en dat is dan meer dan 30 dagen. Bussia is een MGA van 340ha, heel groot dus en de vraag is hoe homogeen zo’n grote cru wel is. Hij ligt op 250m hoogte en de hoogste stukken zitten op een laag van Diano zandsteen. De rest rust op Sant’Agata mergel. De neus van deze wijn is complex en dat vinden we leuk. Aardbeien, bosbessen, kersen, rozen, bosgrond en teer zorgen voor een mooi bouquet dat evolueert in het glas. Deze wijn heeft veel van alles: veel zuren en veel ragfijne tannine met een gigantisch pak fruit en een kruidig tikje. Dit is elegante kracht en dit kan heel lang blijven liggen. In de afdronk merken we nog een minerale toets. Njam.
5. Piazo, Barbaresco Pajoré, 2019, €30,00
Dit huis heeft vestigingen in Alba en San Rocco Seno d’Elvio. In de jaren ‘60 van de vorige eeuw gestart als resultaat van een huwelijk uit 2 wijnfamilies. Zoveel jaren later trouwde dochter Marina met Franco en nu nemen zonen Simone en Marco langzaam maar zeker de fakkel over. Deze wijn heeft nog 9 maanden extra gerijpt in kleine eiken vaten. Pajoré is vooral bekend door de wijnen van Gaja. Met zijn W tot ZW expositie is deze MGA gereputeerd voor klassieke elegante wijnen. Zijn optimale hoogte en expositie naar de zon zitten daar voor iets tussen. Een deel van de cru bestaat uit Sant’Agata mergel met veel zand maar Pajoré staat vooral op gronden van de Lequio formatie. Het eerste wat opvalt bij het ruiken aan deze wijn is de geur van viooltjes. Daarna merken we aroma’s die doen denken aan rood fruit, cederhout en leder. Eerder mollig is deze wijn in de mond met veel, haast edele, tannine en de frisheid waar de Italiaanse wijnen zo voor gekend zijn. De afdronk is lang en onze bewondering is groot.
6. Amalia Cascina in Langa, Barolo Bussia, 2016, €41,00
In Monforte d’Alba ligt een relatief nieuw domein met een B&B waar je zeker eens moet verblijven. Aannemer Gigi Boffa en vrouw Marie Angela kochten dit huis als vakantieverblijf maar al snel zagen een nieuwe kelder en gastenkamers het levenslicht. Wijngaarden werden bijgekocht en zoon Paolo ging in de leer bij Aldo Conterno. Vandaag winnen de wijnen aan bekendheid en lijkt de grote doorbraak op komst. Hun wijn rijpte 20 maanden in foeders en dan nog eens 12 maanden in kleine Franse eiken vaten van 225l. De druiven voor deze Barolo komen van een hoger gelegen plot in de MGA Bussia met Diano zandsteen. Het zanderige karakter van de bodem merk je wel in de wijn. Deze Barolo is elegant en soepel. Hij kan lang bewaren maar is nu al genietbaar. Aanvankelijk was de neus wat gesloten maar met wat geduld merk je toch iets dat lijkt op vers geplukte zomerse aardbeien, rijpe kersen, aarde, kruidnagel en een kleine koffie-toets. Na de frisse aanzet volgt het soepele middenrif met erg mooite taninne en elegant fruit en uitzwaaien doen we met een lange afdronk. Ciao!