Griekse wijnen

Veel meer dan Dionysos en retsina

De Olympische spelen zijn net voorbij en ik denk dus aan het mooie Griekenland. Haar klassieke geschiedenis laat een onuitwisbare indruk na op onze cultuur. Daarom associëren we dit land vaak met beelden uit de oudheid. Op wijnvlak komt retsina snel als referentie naar boven. Ik ken weinig mensen die dit lekker vinden. En nog minder mensen die weten dat die van de druiven roditis en savatiano is gemaakt. Maar Griekenland is veel meer dan Dionysos en retsina. Wees daar maar zeker van.

Bakermat

Griekenland behoort tot de regio die gerust als de bakermat van de Europese wijncultuur genoemd mag worden. Lang voor de Romeinen wijn dronken, kende de antieke Griekse beschaving al een bloeiende wijncultuur. Er is archeologisch bewijs dat wijst op wijnbouw reeds 4000 jaar v.Chr. Wijn was onderdeel van religieuze en sociale feesten. Dionysos, de god van de wijn en het feest, speelde een centrale rol in de Griekse mythologie. Zijn volgelingen geloofden dat hij hen de gave van wijn schonk om hen te helpen hun zorgen te vergeten en vreugde te vinden. Dionysische feesten waren uitbundige vieringen waar wijn rijkelijk vloeide.

In de 8e tot 6e eeuw v.Chr. begon Griekenland met het stichten van kolonies rondom de Middellandse Zee en de Zwarte Zee. Deze kolonisatie had niet alleen politieke en economische voordelen, maar zorgde er ook voor dat Griekse wijnbouwtechnieken zich verspreidden naar nieuwe gebieden. Zuid-Italië, dat destijds bekend stond als “Enotria” of “het land van de wijn,” was een van de eerste regio’s die profiteerden van de Griekse kennis en druiven. Wijn werd naar alle uithoeken van de antieke wereld geëxporteerd. Amforen, de kenmerkende kruiken die werden gebruikt om wijn te vervoeren, werden vaak gemerkt met het symbool van de wijngaard of stad van herkomst. Dit was een vroege vorm van herkomstaanduiding, vergelijkbaar met onze moderne appellaties of herkomstgebieden. Griekse wijnen waren bijzonder populair in het oude Egypte en het Perzische Rijk.

In die tijd mengden de Grieken hun wijn met water, meestal in een verhouding van twee of drie delen water op één deel wijn. Gemengde wijn zou het juiste evenwicht bieden tussen dronkenschap en nuchterheid. En ze waren dol op symposia, die we vandaag misschien zouden omschrijven als wijnavonden met een filosofisch randje. Hier kwamen de grote filosofen samen om te discussiëren over het leven, de liefde, en alles daartussenin, terwijl ze wijn dronken uit kleipotten genaamd kraters.Tijdens zo’n symposium was er altijd een symposiarch, de ‘meester van het drinkfeest’, die bepaalde hoeveel wijn er werd gedronken. Men zegt dat Socrates, bekend om zijn matigheid, zijn studenten vaak de les las over het belang van zelfbeheersing, zelfs tijdens een drinkfestijn. Filosoof Hippocrates beschreef wijn dan weer als een belangrijk deel van een gezond idee.

Romeinen, Byzantijnen en Ottomanen

In 146 v.Chr., na 4 grote oorlogen die bekend staan als de Macedonische oorlogen, waren de Romeinen heersers over Griekenland. Die Romeinen waren pragmatische jongens en wisten dat de Grieken meesters waren in de wijnbouw. In plaats van het wiel opnieuw uit te vinden, adopteerden ze de Griekse wijnproductiemethoden, maar brachten ze deze naar een nieuw niveau. Griekse wijn werd een statussymbool in Rome, en wijnen zoals de beroemde Falernische wijn, die zijn oorsprong in Griekenland had, werden gedronken door de elite. Plinius de Oudere, een Romeins schrijver en wijnliefhebber, schreef over de superioriteit van Griekse wijnen en noemde sommige daarvan zelfs “onsterfelijk.” Hij merkte op: “De beste wijn is die welke met de meeste verhalen komt.” Plinius wist wat hij zei; zelfs vandaag blijven verhalen over de oorsprong van wijn net zo belangrijk als de wijn zelf.

In het Byzantijnse Rijk, dat volgde op de val van het West-Romeinse Rijk in de 4e eeuw n.Chr., zien we dat wijn een meer religieuze rol begint te spelen. De Grieks-orthodoxe kerk maakte wijn tot een essentieel onderdeel van de liturgie. Monniken in kloosters werden de hoeders van de wijntraditie, vooral op plaatsen zoals de berg Athos, die beroemd werd om zijn wijngaarden en wijnproductie. De Byzantijnen beschouwden wijn namelijk als een “gift van God,” een symbool van het bloed van Christus in de Eucharistie. Dit leidde tot een nauwgezette zorg voor de wijngaarden en het wijnmaakproces, omdat het produceren van wijn als een heilige plicht werd gezien. Tijdens de middeleeuwen werd wijn een belangrijke bron van inkomsten voor de kloosters in Griekenland. De monniken perfectioneerden hun wijnbouwtechnieken en produceerden wijnen die in heel Europa werden gewaardeerd. De Commandaria-wijn, geproduceerd op Cyprus, was een van de beroemdste wijnen van die tijd en werd vaak gedronken tijdens kruisvaardersbanketten.

In de 15e eeuw valt Griekenland onder Ottomaanse heerschappij. Dit was een donkere tijd voor de Griekse wijnbouw, aangezien de islamitische wet het consumeren van alcohol verbood. De sultan had het land in 7 militaire gebieden opgedeeld en grote aantallen Turkse boeren naar daar gestuurd die ook als een soort reserveleger klaarstonden in geval het nodig was. Sommige dorpen werden zelfs eigendom van Turkse grootgrondbezitters. Wijngaarden werden verwaarloosd, en de productie van wijn nam sterk af. Kloosters bleven echter een belangrijke rol spelen in het behouden van de wijnbouwtraditie. In afgelegen en moeilijk bereikbare gebieden werden wijngaarden nog steeds in stand gehouden, vaak in het geheim. Kloosters bijvoorbeeld op de berg Athos bleven wijnen produceren voor religieuze doeleinden, en deze wijnen werden in het geheim verhandeld met lokale dorpen waar de Turken minder invloed hadden.

Inheemse druivenrassen

De Griekse onafhankelijkheid in 1821 luidde een tijd van nieuwe ontwikkelingen in. Helaas werd de wijnsector even later zwaar getroffen door de druifluis. Belangrijke investeringen kwamen er meteen na de toetreding van Griekenland tot de Europese Unie in 1981. Dat bracht een enorme modernisering op gang in de wijnindustrie. Na de hype van de retsina in de jaren 1960 was het immers tijd voor vernieuwing. De harswijn ontstond trouwens lang geleden toen hars gebruikt werd om amforen luchtdicht af te sluiten. Dat leidde tot de traditie om hars toe te voegen tijdens de gisting. Het commerciële succes bracht minderwaardige versies voort maar ik heb best al hele goede exemplaren geproefd.

De grote kracht is volgens mij de rijkdom van autochtone druivenrassen in Griekenland. Zowat 200 inheemse druiven zouden er zijn. Daar kan je wat mee doen. Soms voor ons als naam haast onuitspreekbaar, zijn ze vaak de bron van finesserijke wijnen. Internationale wijnen met gegarandeerde zonrijping lokken de klant en vervolgens verwondert die zich over de kwaliteit van lokale cultivars. Ik merk dan ook een hernieuwde interesse in druivensoorten zoals Assyrtiko, Xinomavro, Agiorgitiko, en Malagousia. Authenticiteit zit namelijk in de lift. Een van de oudste wijnlanden kan zomaar hip worden. Geloof me.

Het klimaat helpt daaraan mee. Heuvels, bergen en de Middellandse zee temperen de warme temperaturen. Bovendien bevatten die inheemse druivenrassen over het algemeen al wat meer zuren, net zoals in Italië. Wijnmakers experimenteren met zowel traditionele als moderne technieken om de unieke eigenschappen van deze rassen te benadrukken. Het behoud van biodiversiteit in de wijngaard gaat gepaard met het verminderen van de ecologische voetafdruk. Smaakvolle wijnen met fraîcheur, innovatie, authenticiteit en vakmanschap gebaseerd op geschiedenis zijn voor mij de bouwstenen voor groot Grieks wijnsucces.

Kwaliteit en authenticiteit

In navolging van de toetreding tot de EU introduceerde Griekenland een wijnwetgeving gebaseerd op de Europese normen. Die geeft ons volgende kwaliteitsindeling:

° PDO (Denominazione di Origine Protetta) is het hoogste kwaliteitsniveau en vergelijkbaar met de Franse AOP. Wijnen moeten voldoen aan strikte regels met betrekking tot druivensoorten, productieprocessen en geografische herkomst.

° PGI (Indicazione Geografica Protetta) behelst de middenklasse. Minder strikt dan PDO maar nog steeds gebonden aan geografische herkomst en bepaalde productienormen.

° IWP (Indicazione di Provenienza) is minder streng geregeld dan PGI en slaat op bredere herkomstgebieden zonder de strikte kwaliteitscontroles van PDO en PGI.

° Regio (Regionale) is het basisniveau van de kwaliteitsindeling, vergelijkbaar met landelijke wijnen met nog minder restricties op herkomst en druivensoorten.

Als we ons concentreren op de meest interessante wijnkwaliteiten PDO en PGI dan zien we deze als volgt terug doorheen de verschillende wijnregio’s.

Santorini
– PDO Santorini: Dit is de belangrijkste appellatie van Santorini en produceert voornamelijk witte wijnen van de Assyrtiko-druif, vaak in combinatie met Athiri en Aidani. Wijnen onder deze PDO zijn bekend om hun uitgesproken mineraliteit en frisheid, dankzij de vulkanische bodem en het unieke microklimaat.
– PGI Cyclades: Omvat de bredere eilandengroep waartoe Santorini behoort, met een focus op regionale variëteiten en stijlen die niet strikt voldoen aan de PDO-eisen.
Naoussa
– PDO Naoussa: Deze appellatie in het noorden van Griekenland is exclusief gewijd aan wijnen van de Xinomavro-druif. Wijnen uit Naoussa staan bekend om hun complexiteit, hoge zuurgraad, en stevige tannines, vaak vergeleken met de wijnen van Nebbiolo uit Piemonte, Italië.
– PGI Imathia: Beslaat een bredere regio rondom Naoussa en laat meer flexibiliteit toe in druivensoorten en wijnstijlen, waaronder blends van internationale en inheemse variëteiten.
Nemea
– PDO Nemea: Gelegen op de Peloponnesos, is dit de thuisbasis van de Agiorgitiko-druif. Wijnen onder deze appellatie variëren van licht en fruitig tot krachtig en gerijpt, afhankelijk van het terroir en de vinificatiemethode.
– PGI Peloponnesos: Omvat de gehele Peloponnesos-regio en biedt wijnen met meer variatie, inclusief blends van zowel lokale als internationale druivensoorten.
– PGI Corinth: Een specifieke subregio binnen de Peloponnesos, waar Nemea ligt. Deze PGI biedt producenten de mogelijkheid om wijnen te maken die niet voldoen aan de strikte PDO-regels.
Macedonië
– PDO Goumenissa: Hier worden Xinomavro-druiven gemengd met Negoska, wat resulteert in lichtere wijnen met fruitigere aroma’s en minder tannines dan die van Naoussa.
– PDO Amyndeon: De enige PDO in Griekenland voor zowel stille rode wijnen als rosé van de Xinomavro-druif. De regio heeft een koel klimaat, wat zorgt voor wijnen met levendige zuren en intense aroma’s.
– PGI Florina: Beslaat de bredere omgeving van Amyndeon en biedt een scala aan wijnstijlen, zowel wit, rood als rosé, van verschillende druivensoorten.
– PGI Epanomi: Gelegen in de buurt van Thessaloniki, bekend om het produceren van expressieve wijnen van zowel internationale als lokale druivensoorten, zoals Malagousia.
– PGI Drama: Een dynamisch wijngebied dat bekend staat om zowel rode als witte wijnen van hoge kwaliteit, vaak met een mix van inheemse en internationale druivensoorten.
– PGI Kavala: Hier worden wijnen geproduceerd van diverse druiven, waaronder Roditis en Assyrtiko voor wit, en Xinomavro en Syrah voor rood.
Kreta
– PDO Archanes: Bekend om zijn rode wijnen van Kotsifali en Mandilaria. De wijnen zijn vol van smaak, met rijpe tannines en fruitige aroma’s.
– PDO Peza: Hier komen zowel rode als witte wijnen vandaan. Rode wijnen zijn gemaakt van Kotsifali en Mandilaria, terwijl witte wijnen voornamelijk van Vilana worden geproduceerd.
– PDO Sitia: Bekend om zowel rode als witte wijnen. De rode wijnen zijn gebaseerd op Liatiko en Mandilaria, terwijl de witte wijnen Vilana en Thrapsathiri gebruiken.
– PDO Dafnes: Deze appellatie is gewijd aan rode wijnen van de Liatiko-druif, die vaak aroma’s van gedroogd fruit en kruiden vertonen.
– PGI Crete: Omvat het gehele eiland en laat een brede variatie aan stijlen toe, van lichte en frisse witte wijnen tot robuuste rode wijnen.
– PGI Chania, Rethymno, Heraklion, Lasithi: Deze regionale PGI’s dekken specifieke delen van Kreta, elk met hun eigen microklimaten en bodems, wat zorgt voor een diversiteit aan wijnstijlen.
Attica
– PDO Retsina: Deze unieke Griekse wijnstijl is gekoppeld aan de regio Attica. Het is een witte of rosé wijn gearomatiseerd met pijnboomhars, wat een karakteristieke smaak en aroma aan de wijn geeft.
– PGI Attica: De bredere regio rondom Athene, waar naast Retsina ook stille wijnen worden geproduceerd van Savvatiano, Roditis en internationale druivensoorten zoals Chardonnay en Cabernet Sauvignon.
– PGI Markopoulo, PGI Slopes of Kithaironas: Specifieke subregio’s binnen Attica die zich richten op verschillende druivensoorten en stijlen, vaak met een mix van lokale en internationale variëteiten.
Eilanden en andere regio’s
– PDO Samos: Gelegen op het eiland Samos, beroemd om zijn zoete Muscat-wijnen, die variëren van licht en fris tot diep en rijk, afhankelijk van de productiemethode.
– PDO Paros: Dit eiland produceert unieke rode wijnen door het mengen van de witte Monemvasia met de rode Mandilaria, evenals enkele interessante witte wijnen.
– PDO Lemnos: Bekend om wijnen van de Muscat van Alexandrië en Limnio druiven, zowel droge als zoete stijlen.
– PDO Rhodes: Bekend om zowel witte als rode wijnen, gemaakt van druiven zoals Athiri en Mandilaria.
– PGI Aegean Islands: Omvat de verschillende eilandengroepen in de Egeïsche Zee, waaronder de Cycladen en de Dodekanesos, en biedt een breed scala aan wijnstijlen en druivensoorten.
– PGI Thessaly, Epirus, Ionische Eilanden: Regio’s die variëren van bergachtige terreinen tot kustgebieden, elk met unieke klimaatomstandigheden en diverse druivensoorten zoals Debina (Epirus) en Robola (Ionische eilanden).

Alle inheemse druivensoorten beschrijven gaat hier niet lukken maar hier zijn alvast de 20 belangrijkste Griekse inheemse druiven, 10 in wit en 10 in rood.

Wit

1. Assyrtiko: Hoge zuurgraad, mineraal, citrus, groene appel, soms met een zoute ondertoon. Vaak gebruikt voor droge witte wijnen en de zoete Vinsanto.

2. Moschofilero: Aromatisch, bloemig, rozen, citrus, perzik, levendige zuurgraad. Gebruikt voor frisse, lichte witte wijnen en rosé.

3. Roditis: Licht, fris, groene appel, citrus, subtiele kruidige ondertonen. Vaak gebruikt in blends en voor Retsina.

4. Malagousia: Aromatisch, perzik, tropisch fruit, citrusbloesem, medium body. Biedt wijnen met een aromatische rijkdom en evenwichtige zuren.

5. Savvatiano: Neutrale smaak, lage tot middelhoge zuurgraad, lichte tonen van citrus en appel. Veel gebruikt in Retsina en stille wijnen.

6. Vilana: Fris, citrus, bloemen, subtiele minerale tonen. Gebruikt voor droge witte wijnen die goed bij zeevruchten passen.

7. Debina: Hoge zuurgraad, lichte en frisse smaken van groene appel en peer, vaak gebruikt voor mousserende wijnen.

8. Athiri: Lage zuurgraad, mild, citroen, sinaasappelschil, honing. Vaak gebruikt in blends met Assyrtiko en Aidani.

9. Robola: Frisse zuurgraad, minerale tonen, citrus, groene appel, soms een lichte bitterheid in de afdronk. Vooral op het eiland Kefalonia vind je wijnen van deze druif.

10. Kidonitsa: Aromatisch, smaken van kweepeer, citrus, honing, met een lichte bloemige toon. Vaak gebruikt in blends, maar ook als een enkele variëteit die elegante en aromatische wijnen produceert.

Rood

11. Xinomavro: Hoge tannines en zuurgraad, smaken van tomaat, olijf, gedroogde pruimen, kruiden. Wijnen zijn vaak complex en kunnen goed ouderen.

12. Agiorgitiko: Zachte tannines, kersen, pruimen, soms chocolade, lage tot middelhoge zuurgraad. Flexibel en geschikt voor verschillende wijnstijlen.

13. Mavrodaphne: Donkere bessen, vijgen, chocolade, kruiden. Gebruikt voor zowel droge als versterkte wijnen, vooral bekend om de zoete Mavrodaphne-wijnen.

14. Mandilaria: Robuuste tannines, rood en zwart fruit, kruiden, soms bittere tonen. Vaak geblend met andere druiven zoals Kotsifali.

15. Kotsifali: Middelhoge zuurgraad, rood fruit, kruiden, vaak soepel van structuur. Wordt vaak gemengd met Mandilaria voor balans.

16. Limniona: Rijk en complex, met smaken van rood en zwart fruit, kruiden, zachte tannines. Een oude druif die recent weer populair is geworden.

17. Negoska: Zachte tannines, middelhoge zuurgraad, rijpe rode bessen, kersen, lichte kruidigheid. Vaak gemengd met Xinomavro om zachtere, fruitigere wijnen te produceren.

18. Liatiko: Aroma’s van gedroogd fruit, kruiden, tabak, rijpe kersen, en soms wat aardse tonen. Gebruikt voor zowel droge als zoete wijnen, waaronder de beroemde versterkte wijnen van Kreta.

19. Vlachiko: Licht en elegant met een zachte textuur, smaken van rood fruit, aardbei, kruiden, en soms florale tonen. Wordt vaak gemengd met andere druiven zoals Bekari om complexiteit toe te voegen aan wijnen uit de regio.

20. Mavrotragano: Diepe kleur, stevige tannines, rijp rood fruit, bessen, kruiden, en soms een aardse ondertoon. Wordt steeds populairder voor hoogwaardige wijnen, vooral op Santorini.

Vandaag de dag zijn Griekse wijnen niet langer een verborgen juweel, maar een schat die wereldwijd wordt gewaardeerd. Zoals de beroemde Griekse dichter Pindaros ooit zei: “Wijn is de spiegel van de mens.” Vandaag de dag zien we in die spiegel niet alleen de ziel van Griekenland, maar ook een toekomst vol potentieel en passie. Van de oude symposia waar filosofen en goden samen wijn dronken, tot de moderne wijngaarden waar traditie en innovatie hand in hand gaan, is Griekse wijn niet zomaar een drank maar een tijdloze verbinding tussen het verleden en het heden. En zoals een oude Griekse spreuk zegt: “In vino veritas” – in wijn ligt de waarheid.

Submit your response